Boys won’t be boys

Een aantal jaar geleden stuitte ik op een gedicht van poëet Nayyirah Waheed. Nooit eerder vatte een stuk tekst zo goed samen wat het gevaar is van de overtuigingen en stigma’s die wij als maatschappij hebben over mannelijkheid. Er bestaat een eenduidig beeld over wat mannelijkheid zou moeten zijn. En dat beeld is gevaarlijk, voor iedereen. 

Het theatergezelschap Boys won’t be boys durft kritisch te kijken naar de term en naar de betekenis die we er als maatschappij aan hebben gegeven. In diverse kunstvormen tonen ze het publiek wat die stigmatisering voor hen betekent. Het gezelschap bestaat uit een twintigtal makers die vanuit verschillende perspectieven hun verhaal vertellen.

Opgroeien met de druk van de geïnternaliseerde gedachte dat je een ‘man’ moet zijn, ik kan me er als vrouw moeilijk iets bij voorstellen. Maar ik heb wel gezien dat die druk veel leed veroorzaakt. Leed dat er misschien niet hoeft zijn als we anders tegen de sociale constructie van mannelijkheid aankijken. 

Waarom wordt deze groepsdruk in stand gehouden, terwijl we weten dat het voor niemand gezond is? En wat kunnen we eraan doen?

Ik spreek erover met theatermaker Ferhat Kaplan. Hij draagt een monoloog voor in het stuk. Ik ben benieuwd wat hem daartoe dreef en wat hij met zijn werk poogt bloot te leggen.

De titel van het stuk doet een tipje van de sluier oplichten, klopt het als ik zeg dat het gaat over zijn wie je zelf wilt zijn?
In zekere zin wel, Rikkert van Huisstede (initiatiefnemer en artistiek leider van de productie), had de behoefte om te praten over mannelijkheid. En vooral over wat we daar nou precies onder verstaan. Het voelde als een zoektocht voor hem en hij vroeg zich af of er meer mensen, mannen, waren die daar ook mee worstelde. Hij heeft toen een oproep geplaatst, met de vraag of er meer mannen waren die moeite ondervonden met die term en vooral de beperking van die term. Hij had de  behoefte om er met anderen over te praten. 
Het stuk gaat over de norm die we als maatschappij hebben ontwikkeld over man zijn. Die norm klopt niet, er zijn zoveel mannen die zich niet kunnen vinden in de algemene opvatting van mannelijkheid. In dit stuk vragen we onszelf af: is die norm wel goed? Is het wel gezond?

'We zijn met bijna 8 miljard mensen op de wereld, maar er is blijkbaar één formule hoe je een man moet zijn.'


Wat is voor jou reden geweest om je aan te sluiten bij het gezelschap?
Ik heb deze productie vorig jaar toevallig twee keer gezien. De eerste keer werd ik door iemand meegevraagd, ik wist eerlijk gezegd niet naar welk stuk we gingen kijken. Later bleek ik zelf er ook al een kaartje voor te hebben gekocht.
Ik weet nog dat ik het heel interessant vond. Na het stuk ben ik ook echt gaan nadenken over de vele privileges die ik als man heb, maar ook die privileges hebben nadelen. Ik had het erover met een vriendin en ze adviseerde me om eens met Rikkert te gaan praten. Dat hebben we gedaan, we zijn uit eten gegaan en het klikte meteen. Daarna besloot ik me aan te sluiten bij het gezelschap. 

Van welke privileges heb je genoten doordat je een man bent?
Nou als je je conformeert aan de norm, als je zogezegd stoer bent en risico’s durft te nemen, dan kom je bijvoorbeeld sneller hogerop in je carrière. Maar ik geloof dat dat ook een act is, dat stoer doen. We zijn met bijna 8 miljard mensen op de wereld, maar er is blijkbaar één formule over hoe je een man moet zijn. Dat klopt niet.

Je draagt een monoloog voor in het stuk, waar haalde je die inspiratie vandaan? En heb je dingen geleerd over jezelf tijdens het maken die je nog niet wist?
De monoloog is geïnspireerd op een lied, in de intro van dat lied spreekt de zangeres een tekst in over mannelijkheid. Dat heeft mij geïnspireerd om mijn monoloog genaamd het schild te schrijven. Ik heb een dramaturg ingehuurd Sarah Schaeffer, zij heeft mij geïnterviewd over het onderwerp. Daardoor heb ik veel geleerd over mijn eigen ervaringen. Ik heb het stuk vorige week voor het eerst gespeeld, toen werd er veel duidelijk voor mij. Het was gek om mezelf hardop mijn eigen ervaringen te horen uitspreken. En om van andere mensen uit het publiek te horen dat zij zich er ook in herkende. Ik heb berichten gekregen van mensen die me vertelde wat mijn monoloog bij ze naar boven haalde. Het werd voor mij zelf toen ook heel duidelijk welke invloed het stigma rondom mannelijkheid in mijn leven heeft gehad en nog steeds heeft.

Je geeft aan dat je berichtjes krijgt van mensen die je stuk hebben gezien. Vind je dat er nazorg zou moeten zijn? 
Kunstenaars en artiesten zijn er om te inspireren, als maker draag je de verantwoordelijkheid om bepaalde dingen aan te kaarten en bespreekbaar te maken, vind ik. En als andere mensen zich herkennen in je stuk en dat onverwerkte trauma’s naar boven haalt lijkt het mij slim dat ze zelf opzoek gaan naar zorg, mochten ze dat nodig hebben. 

'..ik denk eigenlijk dat kunst een goede vorm van antidepressiva kan zijn.'


Kunnen kunst en zorg elkaar versterken?
Zeker, ik denk eigenlijk dat kunst een goede vorm van antidepressiva kan zijn. We kunnen veel geluk vinden in muziek, in een schilderij, een wandeling buiten. We moeten daar meer bij stil staan vind ik. 

Hoe kijken jouw naasten aan tegen het thema van dit werk? Heb je er gesprekken met ze over?
Ik heb het er met sommige vrienden wel over gehad, het monoloog is een ijsbreker geweest om deze thematiek dieper te gaan bespreken onderling. Ook met diverse familieleden heb ik het wel vaker over dit thema gehad. Ik ben open over mijn emotionele leefwereld. Heel specifiek over dit stuk nu heb ik het er nog niet met iedereen over gehad. Dit monoloog zie ik echt als een proces. Eigenlijk heb ik er mijn hele leven naartoe gewerkt. De monoloog begint ook bij mijn kind zijn, ik vertel welke ervaringen ik toen had en loop zo mijn leven tot aan het heden af. Ik vind het fijn deze reis te maken bij Boys won’t be boys. 

Wat is de vroegste herinnering die je hebt over dit thema?
Nou ik weet nog dat ik vroeger nooit mocht huilen. Als ik huilde werd ik afgekapt door de omgeving. 'Niet huilen, stop ermee.' 
Je leert dan eigenlijk van kinds af aan, ‘oh ik voel nu verdriet, maar ik mag dat niet uiten door te gaan huilen.’ 
Huilen werd als iets vervelends gezien. Dat leerde ik ook van televisieseries en films. Ik leerde dat hielp om te huilen als ik iets voor elkaar wilde krijgen, zo associeerde ik huilen met de verkeerde emotie en begreep ik dat ik het kon inzetten als machtsmiddel. Maar dat wat het eigenlijk zou moeten zijn, namelijk een manier om je gevoelens te uiten, werd niet altijd aangemoedigd. 

Wat betekent mannelijkheid voor jou?
Wat ik mannelijk vind is er zijn voor je partner. Echt in staat zijn om te praten over problemen, en er samen uit te komen.
Mijn relatie met mannelijkheid is een bijzondere. Ik wil graag tegen de regels aantrappen. Als ik bijvoorbeeld een shirt draag, waarvan mensen zeggen dat het niet mannelijk genoeg is, wil ik het juist dragen. Dus in die zin betekent mannelijkheid voor mij ook dat je je juist niet verhoogd tot wat de maatschappij vindt dat het betekent. 

'..mannelijkheid heeft een hele negatieve connotatie. Het wordt snel gekoppeld aan het begrip toxic masculinity.'


Moeten we iets doen aan de terminologie?
Ja, mannelijkheid heeft een hele negatieve connotatie. Het wordt snel gekoppeld aan het begrip toxic masculinity. De term is heel beperkend, er is maar één optie. Het begrip wordt teveel gekaderd terwijl het een heel groot begrip is.

Het is dus meer een construct dan een gegeven?
Precies. We doen dat als samenleving, niet alleen mannen doen dit, vrouwen ook. Ik heb weleens meegemaakt dat vrouwen zeggen een gevoelige man te willen, maar als je dan emoties toont dan voelt het toch onwennig voor ze. Dat vind ik lastig.

'In Turkse omgevingen wordt zachtheid ook juist gewaardeerd.'


Wij komen beide uit een omgeving waar uitgesproken zichtbare mannelijkheid erg gewaardeerd wordt. Heeft dat invloed op hoe jij de druk van mannelijk zijn hebt ervaren?
Voor mij heeft mannelijkheid geen culturele gelaagdheid. Het is een wit perspectief om te denken dat jongens van kleur mannelijker zijn dan witte jongens. In Turkse omgevingen wordt zachtheid ook juist gewaardeerd. In Turkije bijvoorbeeld, daar wordt het hebben van een zacht karakter in bepaalde kringen positief bekrachtigd, het wordt geassocieerd met intelligent zijn. 

'Als ik mijn stem verhef wordt er meteen gezegd dat ik agressief ben.'


Hoe verhoudt zich de racialisering (*hoe de maatschappij naar een bepaalde groep aankijkt op basis van hun etnische afkomst) van de wereld buitenshuis zich tot het begrip mannelijkheid voor jou?
Ik ben wel eens zomaar aangehouden door de politie, omdat men ervan uitging dat ik iets gedaan zou hebben. Witte mensen gaan er snel vanuit dat ik een vechtersbaas ben. Als ik mijn stem verhef wordt er meteen gezegd dat ik agressief ben. Ik moet eerlijk zeggen dat ik dat vroeger wel leuk vond. Dan vond ik het fijn dat ze mij stoer vonden. Maar het heeft er ook wel eens voor gezorgd dat ik me dan inderdaad ging gedragen zoals men van mij verwachtte. En dat was niet altijd positief. 

Wat zou jij jonge jongens meegeven?
Luister eerst naar jezelf, kijk dan pas naar wat andere mensen van je vinden. Er is geen formule om man te zijn, er bestaat geen handleiding. Kijk gewoon naar wat je fijn vindt. Leer van je fouten, maak die fouten zeker, maar leer er dan ook van. Je zult altijd mensen tegenkomen die een mening over je hebben maar zolang jij jezelf begrijpt komt het goed.

Boys won’t be boys zou eigenlijk op 16 oktober te zien zijn geweest in Parktheater Eindhoven. Vanwege de aangescherpte coronamaatregelen op 13 oktober jl. is de voorstelling in het Parktheater geannuleerd. De voorstelling is nog wel in andere theaters te zien: www.boyswontbeboys.nl.