Interview met Fokker, Blankers, Tol

Drie van de beste actrices van ons land aan het woord

 

Een mooie avond toneel in het Parktheater op 6 maart, met drie formidabele actrices. Ze spelen zussen die de balans opmaken van hun leven. De scherpe tragikomedie Fokker Blankers Tol is zowel ontroerend als hilarisch.

 

Het toneelstuk draagt weliswaar hun namen, maar het gaat absoluut niet over hun eigen leven, roepen ze in koor. Dan is dat maar vast duidelijk. Henriëtte Tol (Soldaat van Oranje, Bloedverwanten), Anne Wil Blankers (Driving Miss Daisy, Moeders en Zonen) en Renée Fokker (Judas, Wie is de Mol) vinden het prettig dat het nu eens een keer over drie sterke vrouwen gaat. Henriëtte Tol: “Zo vaak gebeurt dat niet hè? Het draait om drie vrouwen van een zekere leeftijd en hun onderlinge band. Dat het zussen zijn, is denk ik heel herkenbaar voor mensen. Het publiek gaat vervolgens mee met wat die zussen ontdekken over elkaar.”

Compassie

Renée Fokker vindt dat familiebanden iets speciaals zijn: “Ja, ook al zie je ze tien jaar niet, familie blijft familie. Het is je eigen bloed. Ook al schuurt het, ook al knelt het. Er is toch altijd ergens compassie, omdat het familie is. En ik hoop in dit geval dat die zussen een beetje voor elkaar zullen zorgen.”

De zussen komen op bezoek bij Renée, vertelt ze: “Het publiek zit als het ware in mijn huis. Ik was vroeger een ballerina, Anne Wil heeft als CEO een groot bedrijf geleid en Henriëtte is een minister. Waarom ze juist bij mij komen, is mij een raadsel, want ze komen anders nooit langs. Wat er aan de hand is, verklappen we niet, dat is het geheim van het stuk…”

Spelen met een geheim

De drie dames hebben nog altijd ongelooflijk veel plezier in hun vak. Ze willen mooie verhalen vertellen en mensen een fijne avond bezorgen. Ze spelen het liefst alsof ze een geheim hebben. Anne Wil Blankers: “Je geeft niet alles prijs als actrice. Terwijl: ik ben een pietje precies. In het repetitieproces wil ik mijn personage helemaal ontrafelen en ik wil ook precies weten waar mijn kopje moet staan bij wijze van spreken. Maar daarna bepaal ik zelf wat ik daarvan deel met het publiek.”


Speelplezier

Henriëtte Tol: “Ik hoop dat we ons speelplezier kunnen overdragen. Na afloop hoop ik dat de verhalen loskomen. Hoe mensen hun eigen familiebanden beleven en in wie van ons ze zich kunnen herkennen.” Daar sluit Renée Fokker zich bij aan: “Het publiek in ieder geval iets meegemaakt. Misschien staan mensen na afloop nog even stil bij wat er allemaal gebeurd is en zijn ze verbaasd. Niet alles is gezegd.” Blankers beaamt dat: “Niet alles wordt opgelost nee, misschien zeggen mensen wel: had jij dit zien aankomen?!”